Jonge kinderen die een verkeerde houding of motoriek aanleren, kunnen daar veel last van hebben. Lichamelijk, maar ook sociaal. Doordat ze bijvoorbeeld moeite hebben met spelen op het schoolplein of in de gymles niet mee kunnen komen met leeftijdgenootjes. Soms ervaren kinderen juist problemen aan tafel. Knutselen, tekenen en bijvoorbeeld eten is dan lastiger dan normaal.
Bij elke leeftijd horen bepaalde motorische vaardigheden die je onder de knie moet krijgen. Het is soms gewoon nodig dat je daarbij wat hulp krijgt. Een kind dat ten gevolge van een ziekte of handicap in zijn bewegen beperkt is, kan leren omgaan met zijn beperkte mogelijkheden en leren op een aangepaste manier optimaal te bewegen.
Uiteraard komen er bij het jonge kind ook regelmatig pijnklachten voor, of zijn er andere vragen over het bewegingsapparaat (denk aan de stand van de benen).
Voorbeelden van indicaties bij het jonge kind:
- onhandige motoriek
- veel vallen
- lage of hoge spierspanning (bijv. tenenlopers)
- verkeerde houding
- moeite met de gymles, buiten spelen
- afwijkend looppatroon
- pijn
- problemen in de sensorische integratie (prikkelverwerking): overgevoelig of ondergevoelig voor prikkels, concentratie, samenspelen, slecht luisteren
- moeite met taken in het dagelijks leven zoals aankleden, tandenpoetsen, fietsen en eten