Oudere kinderen kunnen motorisch onhandig zijn of houterig bewegen, vaak hun evenwicht verliezen en veel uit hun handen laten vallen. Ook kan een kind angstig zijn om te bewegen, of een slechte of slappe lichaamshouding hebben. Een kind kan veel moeite hebben met stilzitten, schrijven of het tempo van de klas bijbenen. Soms maakt een kind veel bijbewegingen of lijkt het kind achter in zijn motorische ontwikkeling in vergelijking met leeftijdsgenoten.
Kortom, bewegingsproblemen kunnen veel invloed hebben op het welbevinden van het kind en het functioneren in een groep.

Op deze leeftijd komen veel sportblessures voor. Het opgroeiende bewegingsapparaat verandert voortdurend, wat soms ook tot pijn kan leiden. Daarnaast komt op deze leeftijd ook pijn voor door andere oorzaken, zoals hoofdpijn.

Voorbeelden van indicaties bij het oudere kind:

  • Motorische ontwikkelingsachterstand
  • DCD, Developmental Coördination Disorder
  • Cerebrale parese (hersenletsel voor, tijdens of na de geboorte)
  • problemen in de sensorische informatieverwerking (prikkelverwerking): overgevoelig of ondergevoelig voor prikkels, concentratie, samenspelen, slecht luisteren
  • Schrijfproblemen
  • Houdingsproblemen
  • Orthopedische afwijkingen
  • Ademhalingsproblematiek
  • ADHD en ASS (autisme spectrum stoornis)
  • Jeugdreuma
  • Incontinentie
  • Sportblessures
  • Pijn