Op tenen lopen bij kinderen (tenengang): wat is normaal en wanneer naar de kinderfysiotherapeut?

Veel kinderen lopen wel eens op hun tenen. Soms omdat het spannend voelt, soms omdat het leuk is, of gewoon omdat ze het kunnen. Voor ouders kan het lastig zijn om in te schatten: hoort dit er nog bij, of is er meer aan de hand?

Wat is tenengang (op tenen lopen)?

Bij tenengang raakt het kind met de voorvoet de grond, terwijl de hielen (bijna) steeds los blijven. Dit kan af en toe gebeuren of structureel aanwezig zijn. Wanneer er geen duidelijke medische oorzaak is (zoals een verkorte achillespees, neurologische aandoening of afwijkingen aan de voet of enkel), noemen we dit idiopathische tenengang.

Wat is normaal tenenlopen bij kinderen?

  • Peuters (1–3 jaar) experimenteren met hun looppatroon. Af en toe op de tenen lopen hoort daarbij en is meestal onschuldig.
  • Tot ongeveer 3 à 4 jaar mag een kind af en toe nog op de tenen lopen, zolang het ook regelmatig normaal met de hielen op de grond loopt.
  • Het kind moet zonder moeite plat op de voeten kunnen lopen wanneer je het daaraan herinnert of vraagt.

Hoe ver moet een enkel kunnen buigen?

Voor goed lopen is voldoende beweeglijkheid van de enkel belangrijk. We noemen dit dorsaalflexie: de beweging waarbij je de tenen naar de neus trekt.

  • Rond 1 jaar: minimaal 20 graden dorsaalflexie.
  • Rond 4–6 jaar: nog steeds 15–20 graden.
  • Bij oudere kinderen: minimaal 10–15 graden.

Als een enkel stijf is en nauwelijks naar boven kan bewegen, wordt lopen met de hiel moeilijk of zelfs onmogelijk.

kind loopt op tenen (tenengang)

Wanneer moet je aan de bel trekken?

Neem contact op met een kinderfysiotherapeut of huisarts wanneer je merkt dat:

  • je kind ouder is dan 3–4 jaar en bijna altijd op de tenen loopt;
  • je kind níet plat op de voeten kan lopen, ook niet als je dat vraagt;
  • je kind vaak struikelt of moeite heeft met rennen, springen of fietsen;
  • je spanning voelt in de kuiten of merkt dat de hielen omhoog blijven staan als je kind op de grond zit;
  • er opvallende verschillen zijn tussen links en rechts, of je het looppatroon afwijkend vindt.

Wat kan een kinderfysiotherapeut doen bij tenengang?

Een kinderfysiotherapeut onderzoekt de beweeglijkheid van de enkels, de spierlengte, coördinatie en motorische ontwikkeling. Samen met ouders en kind wordt bekeken of behandeling nodig is, of dat geruststelling en advies voldoende zijn. Behandeling kan bestaan uit oefeningen, rekken, spelvormen of het trainen van het looppatroon.

Tips voor thuis bij tenenlopen

  • Blote voeten: Laat je kind regelmatig op blote voeten lopen, vooral binnen en op gras of zand, zodat hielcontact gestimuleerd wordt.
  • Spelletjes met hakken: Loop als pinguïns (met de hielen naar buiten gedraaid), of organiseer een wedstrijdje wie het langst “op de hielen” kan lopen.
  • Dans en muziek: Zet muziek op en laat je kind stampen met de voeten of springen waarbij de hakken duidelijk de grond raken.
  • Klimmen en klauteren: Hurken en weer opstaan helpt de enkel soepel en sterk te houden.
  • Fietsen en steppen: Deze activiteiten stimuleren de enkelbeweging en verlengen de kuitspieren.

Maak gerust een afspraak als je vragen hebt. Klik hier voor het contactformulier.